Sunny winter weather asks for bright coloured citrus fruits: kumquats, blood oranges, mandarin, lemon, clove and cinnamon make such a wonderful marmalade.
De zachtoranje kumquats komen oorspronkelijk uit China en Vietnam, maar tegenwoordig importeren wij dit mini citrusvruchtje uit landen rondom de Middellandse Zee. Kumquats zijn 3-4 cm lang, hebben een kruidig bittere smaak en groeien net als sinaasappels aan bomen. Erg veel pitjes hebben ze niet, maar die hebben wel een sterke, natuurlijk gelerende werking als je ze kort meekookt.
Kumquats worden beschouwd als een delicatesse. Om de bitterheid wat te compenseren combineerde ik ze met zoete bloedsinaasappel, mandarijn en frisse citroen, deels als schijfjes en deels als sap. Kruiden als kaneel en kruidnagel geven de marmelade haar gloedvolle winterse smaak.
De bloedsinaasappel komt uit dezelfde Mediterraanse regio, oorspronkelijk ook uit China, dat blijkt uit haar naam (China/Sina). Portugal voerde de sinaasappel als eerste in. Dat is de reden waarom de naam in Europa enerzijds is verbonden aan China (sin) en anderzijds aan Portugal (portokal). Het vruchtvlees is deels of helemaal rood en zoet. De bloedsinaasappel is een echte wintervrucht.
De vrucht verkleurt tijdens rijping van groen naar oranje. Als je de schil gebruikt van citrusfruit kies je altijd voor het biologische product. In tropische landen verkleurt de schil namelijk niet en daarom worden sinaasappels ook wel geverfd. In de biologische teelt is dat niet toegestaan.
Deze marmelade kun je natuurlijk op een geroosterde boterham eten, liefst wel knapperig gebakken. Maar het smaakt ook heerlijk bij gegrild en gebraden vlees en dat maakt het tot een mooie, zoete begeleiding bij gourmetten. Bij belegen of gerookte kazen serveer je het als confiture bij je kaasplank, de smaak harmonieert voortreffelijk bij een glas droge witte wijn. En natuurlijk ook bij een winterse pittiger kaasfondue.
Wat heb je nodig:
110 gr kumquats, het kapje weggesneden, in flinterdunne schijfjes
3 bloedsinaasappels, 1x in flinterdunne schijfjes, 1 x fijn rasp, 2x het sap
1 citroen, de helft gehalveerd in flinterdunne schijfjes, de helft als sap
140 gr fijne ruwe rietsuiker, voeg eerst 100 gr toe, proef dan en voeg later bij
5 snufjes gemalen kruidnagel, voorzichtig, een teveel haal je er niet makkelijk uit
5 snuffen gemalen kaneel
2 tl sinaasappellikeur, cointreau, grandmarnier of triplesec
1 tl Calvados (appelbasis) of Cognac
2 tl droge witte wijn
klein of half glaasje water
snufje zout, liefst uit de molen
de pitjes uit het fruit
Voor het flinterdun snijden van het citrusfruit gebruik je het best een snij-apparaat anders een superscherp mesje. De likeur, witte wijn en Calvados voeg je met wat water toe aan het sap. Gebruik niet meer vocht dan het gewicht van je fruit.
Bij het snijden en persen haal je direct alle pitjes er tussenuit. Verzamel die in een op te hangen thee -of kruidenbol. Eventueel vruchtenmoes voeg ik toe aan het sap. Uit restanten van de schil, de kontjes van bloedsinaasappel en citroen, verwijder ik de zachte witte binnenkant en snijd die alsnog handmatig in sliertjes.
Vermeng de vruchtenschijfjes in een kom luchtig door elkaar. Strooi tussen de lagen fruit de suiker, wat sap en de kruiden. Voeg dan het resterende sap toe en schep alles luchtig om zodat de schijfjes niet stuk gaan. Zet dit afgedekt ruim een uurtje in de koelkast om te trekken.
Breng alles aan de kook en laat het fruit, met deksel op de pan, 20 minuten zachtjes garen. Verwijder na 10 minuten wel de bol met pitjes. Laat het iets afkoelen en schep het dan in twee grote potten of hoge sorbetglazen. Probeer daarbij de schijfjes in de marmelade goed te verdelen over beide. Ik doe dat met een sauslepel.
Vul de glazen dan aan met het sap en laat ze verder afkoelen tot kamertemperatuur. Schep de marmelade in dit proces af en toe heel luchtig om zodat de schijfjes en sliertjes ook bovenin het glas in de marmelade zitten.