Een van mijn favoriete salades is die van knolselderij. Zo simpel, zo lekker en fris. Dat frisse komt door het marineren in puur citroensap, liefst een paar dagen. En tegenwoordig is knolselderij ook in de late lente en zomer verkrijgbaar.

Knolselderij laat zich heel makkelijk combineren. Maak een flinke hoeveelheid voor bij je broodje ham of gerijpte kaas, serveer het als snack op toast of garneer er gebakken krieltjes mee.

Wat heb je nodig:
1 kleine selderijknol, dik geschild, in 2-3 mm dikke plakken, in sliertjes
½ l bio groentebouillon met tijm, extra takjes verse tijm en peterselie stelen
sap van 1 bio citroen
2 el volle Griekse yoghurt
1½ el Belgische mayonaise, zoals Tons Belze Majoneis
1 volle tl honing, ik gebruik lamsoorhoning uit Zeeland, iets zilt
1 kleine afgestreken tl cranberry mosterd zoals Tons
handje platte peterselie, de blaadjes fijngesneden
4-seizoenen peper/zeezout uit de molen
ijswater, om de knolselderij te koelen na blancheren

Zet het ijswater klaar in een ruime platte schaal.  Maak een lichte smaakvolle bouillon met een scheutje olijfolie, wat extra takjes verse tijm en de stelen van een handje krulpeterselie. Breng de bouillon aan de kook en laat de kruiden een paar minuten trekken. Breng opnieuw aan de kook en blancheer de knolselderij 1-2 minuten op lage temperatuur. Blus de afgegoten knolselderij direct in het ijswater en stort het op dik keukenpapier. Breng het droog over – zonder de kruiden – in een lage schaal en voeg het citroensap toe. Schep het enkele malen goed om en zet de schaal afgedekt 24 uur koel weg. Schep de selderie nogmaals om en bewaar het afgedekt en koel tot gebruik.

Belgische mayonaise is iets minder zuur. Maak een dressing van volle Griekse yoghurt, mayonaise, au bain marie gesmolten honing, peper en zout naar smaak, de mosterd en platte peterselie. Meng de dressing kort voor het serveren door de knolselderij.

Heerlijk op knapperig Durum tarwebrood bij scrambled eggs met licht gefruite bosuitjes, bieslook en stukjes zwarte Itrani olijven.